Vraag uit de praktijk: WIA en WW, hoe zit dat?

29 juli 2022 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Met enige regelmaat krijgen wij de vraag van belangenbehartigers (van werknemers) hoe het zit als een werknemer met een lopend WIA-recht 35-80% zijn baan verliest.

Inkomenseis

Als de werknemer aan de wekeneis voldoet voor de Werkloosheidswet (verder: “WW”), dan ontstaat er een nieuw WW-recht. De werknemer behoudt zijn recht op de WGA-uitkering, maar verliest zijn inkomen uit arbeid en vraagt daarvoor een WW-uitkering aan. Geldt deze WW-uitkering als inkomen om te voldoen aan de inkomenseis om zijn recht op de loonaanvullingsuitkering te behouden (artikel art. 60 lid 1 onderdeel a en art. 61 lid 2 en 4 WIA)? Of valt de werknemer terug op de lagere vervolguitkering?

Het antwoord op deze vraag is te vinden in het Algemeen Inkomensbesluit Socialezekerheidswetten (verder te noemen: “AIB”). In het algemeen inkomensbesluit is vastgelegd welke inkomsten als inkomsten uit arbeid aangemerkt moeten worden. Artikel 3:4 lid 2 onderdeel e regelt hoe het inkomen voor de inkomenseis voor het recht op de WGA-loonaanvulling moet worden vastgesteld als een WGA-gerechtigde tevens recht heeft op een WW-uitkering. In dat artikel (in samenhang met artikel 3:2 eerste lid AIB) is bepaald dat de WW-uitkering niet meetelt voor de inkomenseis van artikel 60 Wet WIA.  

De achterliggende gedachte hierbij is dat de inkomenseis uit de Wet WIA het doel heeft een verzekerde te stimuleren om te werken. Bij werkloosheid wordt daar niet aan voldaan. Stel dat de verzekerde vanuit de WW (gedeeltelijk) weer gaat werken, dan wordt dat inkomen overigens wel aangemerkt als inkomen voor de inkomenseis en bestaat wellicht wel recht op de loonaanvullingsuitkering. 

Niet voor alle WW-uitkeringen geldt dat deze niet als inkomen voor de inkomenseis worden gezien. Zo wordt een WW-uitkering op basis van betalingsonmacht of als gevolg van buitengewone omstandigheden (artikel 18 WW), wel als inkomen aangemerkt. Dat is in het licht van het voorgaande ook logisch: het kan niet zo zijn dat de verzekerde zijn recht op de loonaanvullingsuitkering verliest, omdat tijdelijk niet of minder gewerkt wordt door buitengewone omstandigheden of dat zijn werkgever niet aan de loonbetalingsverplichting kan voldoen.

Verrekening

Tot slot: in het algemeen geldt dat een WW en ZW-uitkering wel als ‘gewoon’ inkomen voor de WIA geldt, de gedachte daarachter is dat de verzekerde niet meer mag ontvangen als gevolg van ziekte en/of werkloosheid.

Stel dat een verzekerde een WGA-uitkering heeft met een dagloon van € 100. De WGA-uitkering is dan (vanaf de derde maand) 70%. Dus € 70 per dag. Als de verzekerde gaat werken voor een loon van € 50 per dag, dan wordt de uitkering lager, maar het totale inkomen hoger (70% * (€ 100 – € 50) = € 35 per dag. Het totale inkomen is dan € 35 + € 50 = € 85 per dag.

Als de verzekerde vervolgens werkloos wordt, dan ontvang hij een WW-uitkering van 70% * € 50 = € 35. De WIA-uitkering van de verzekerde blijft hetzelfde. Het totale inkomen is dan € 70 per dag. Als dat namelijk niet het geval zou zijn, dan zou de verzekerde een WIA-uitkering van € 70 ontvangen én daar bovenop nog een WW-uitkering van € 35 (tus totaal € 105).

Het bovenstaande geldt voor de loongerelateerde fase. Tijdens de vervolguitkering – waar de inkomenseis relevant is – ligt dat anders. In dat geval wordt de WW-uitkering niet als inkomen voor de inkomenseis aangemerkt en vervalt de verzekerde terug op de lagere vervolguitkering, bijv. 35% van het minimumloon = € 615 (afgerond) per maand/21,6 = € 28 per dag en ontvangt de verzekerde een WW-uitkering van € 35 per dag, dus totaal € 63 per dag. Terwijl met de inkomsten de WIA-uitkering € 85 per dag was!

Gerelateerde artikelen